Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

 

Artikel 19 Einde van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering
1
Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering eindigt:
a
met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt;
b
wanneer de arbeidsongeschiktheid is geëindigd, of beneden 25% is gedaald, met ingang van de dag, aangegeven in de daartoe strekkende beschikking van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
2
De arbeidsongeschiktheidsuitkering van de verzekerde die deelneemt aan een voor hem gewenste opleiding of scholing, wordt gedurende deze opleiding of scholing niet ingetrokken in verband met een daaruit voortvloeiende afneming van de arbeidsongeschiktheid, tenzij artikel 9, derde lid, van toepassing is. Indien de verzekerde tijdens de opleiding of scholing inkomsten uit arbeid verwerft, is artikel 58, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.
3
Indien de intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering verband houdt met een voltooide scholing of opleiding, gaat deze intrekking niet eerder in dan een jaar na voltooiing van die scholing of opleiding. Indien de verzekerde eerder inkomsten uit arbeid verwerft, is artikel 58, eerste lid, tot uiterlijk het einde van dat jaar van overeenkomstige toepassing.
4
Het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering eindigt, indien de verzekerde rechtens zijn vrijheid is ontnomen, vanaf de dag dat deze vrijheidsontneming één maand heeft geduurd.
5
Voor de toepassing van het vierde lid worden perioden van vrijheidsontneming samengeteld, indien zij elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •